Betrekkelijk voornaamwoord
Uitleg
Het betrekkelijk voornaamwoord hoort bij taalkundig ontleden (woordsoortbenoeming). De Latijnse naam is relatief pronomen en een mogelijke afkorting is betr. vnw.
De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn:
- die
- dat
Andere betrekkelijke voornaamwoorden zijn:
- wie
- wat
- hetgeen
- welk(e)
Een betrekkelijk voornaamwoord heeft betrekking op (verwijst naar) een woord dat er vlak voor staat (of woorden die er vlak voor staan). Betrekkelijke voornaamwoorden staan aan het begin van een bijvoeglijke bijzin.
- Die wordt gebruikt bij de-woorden.
- Dat wordt gebruikt bij het-woorden.
Voorbeelden
- De e-mails die ik voor Nederlands moest schrijven.
- die verwijst naar de e-mails
- De tas die ik heb teruggegeven.
- die verwijst naar de tas
- Het schrift dat ik van juf Melis heb gekregen.
- dat verwijst naar het schrift
- Hij is iemand, wie ik zoiets nooit zou toevertrouwen.
- Dat is alles, wat ik wilde zeggen.
Maak de oefeningen om het betrekkelijk voornaamwoord te leren herkennen.
Aanwijzend voornaamwoord of betrekkelijk voornaamwoord
De woorden die en dat kunnen zowel betrekkelijk voornaamwoord als aanwijzend voornaamwoord zijn. Een aanwijzend voornaamwoord staat vóór het zelfstandig naamwoord (die kast) het betrekkelijk voornaamwoord staat achter het zelfstandig naamwoord (de kast die daar staat).
- Die kast is mooi.
- die: aanwijzend voornaamwoord
- De kast die daar staat is te koop.
- die: betrekkelijk voornaamwoord
Oefen hier het verschil tussen een aanwijzend voornaamwoord en een betrekkelijk voornaamwoord.
Je kunt ookoefenen met het gebruiken van het juiste betrekkelijk voornaamwoord.