jufmelis.nl

Nederlands is niet moeilijk, gewoon even oefenen

inloggen
Uitleg over: Voorzetsel (prepositie)

woordsoorten: voorzetsel of scheidbaar werkwoord 1

In deze grammaticaoefening ga je het verschil leren tussen woorden die een voorzetsel zijn en woorden die een deel zijn van een scheidbaar werkwoord (voorzetselbijwoord). Klik hier voor moeilijkere oefeningen over het voorzetselbijwoord.

Klik op het gemarkeerde woord en geef aan of het een deel is van een scheidbaar werkwoord of een voorzetsel. 

1:
  • Adriana
  • loopt
  • op
    • voorzetsel
    • deel van een scheidbaar werkwoord
  • de
  • trap.
2:
  • Petronella
  • geeft
  • het
  • op
    • voorzetsel
    • deel van een scheidbaar werkwoord
  • !
3:
  • Wilhelmina
  • legt
  • het
  • briefje
  • op
    • voorzetsel
    • deel van een scheidbaar werkwoord
  • de
  • tafel.
4:
  • Cornelia
  • hangt
  • de
  • telefoon
  • op
    • voorzetsel
    • deel van een scheidbaar werkwoord
  • .
5:
  • Catharina
  • neemt
  • de
  • telefoon
  • op
    • voorzetsel
    • deel van een scheidbaar werkwoord
  • .
6:
  • Wilhelmus
  • klimt
  • op
    • voorzetsel
    • deel van een scheidbaar werkwoord
  • het
  • dak.



voorzetsel of scheidbaar werkwoord 2

Fan van jufmelis.nl? Maak voor € 15,- per jaar alle oefeningen.
Inloggen

Fan van jufmelis.nl? Maak voor € 15,- per jaar alle oefeningen.

 Start nu!
Score
0%

Uitleg

Volgende oefening

  • oefening naam