jufmelis.nl

Nederlands is niet moeilijk, gewoon even oefenen

inloggen

Het voorzetselvoorwerp

Uitleg

Het voorzetselvoorwerp is een onderdeel van grammatica dat valt onder het redekundig ontleden. Om een voorzetselvoorwerp te kunnen herkennen moet je weten wat een voorzetsel is.


Het voorzetselvoorwerp begint met een voorzetsel en wordt vaak gevolgd door een voorwerp, bijvoorbeeld:


  • Ik hou van pindakaas.
  • voorzetselvoorwerp: van pindakaas

In een zin met een voorzetselvoorwerp 'eist' het werkwoord eigenlijk een bepaald vast voorzetsel. Zoals:


  • houden van
  • denken aan
  • zoeken naar
  • snakken naar
  • zich verdiepen in
  • trouwen met

Opmerking: Soms heeft een werkwoord verschillende 'vaste' voorzetsels, maar dan is er vaak wel sprake van een betekenisverschil.



Verschil tussen voorzetselvoorwerp en lijdend voorwerp

Een voorzetselvoorwerp lijkt op een lijdend voorwerp. Toch zijn er erg belangrijke verschillen. Het belangrijkste verschil is dat een lijdend voorwerp niet met een voorzetsel begint en het voorzetselvoorwerp juist wel. Ook kan een voorzetselvoorwerp bij alle gezegdes voorkomen (werkwoordelijk gezegde en naamwoordelijk gezegde). Soms kunnen de zinnen wel erg op elkaar lijken. Kijk naar onderstaande zinnen.


  • Ik zoek een nieuwe heggenschaar.
  • lijdend voorwerp: een nieuwe heggenschaar

  • Ik zoek naar een nieuwe heggenschaar.
  • voorzetselvoorwerp: naar een nieuwe heggenschaar

Verschil tussen voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepaling

Het verschil tussen een voorzetselvoorwerp en een bijwoordelijke bepaling is soms lastig te bepalen. In de onderstaande zinnen lijkt het voorzetselvoorwerp erg op de bijwoordelijke bepaling.


  • Ik zoek naar het bankje.
  • voorzetselvoorwerp: naar het bankje

  • Ik zit op het bankje.
  • bijwoordelijke bepaling: op het bankje

Als je echter bij de zin met het voorzetselvoorwerp ‘het bankje’ vervangt door iets anders waarnaar wordt gezocht, dan blijft het vaste voorzetsel hetzelfde: zoeken naar. Bekijk de onderstaande voorbeelden.


  • Ik zoek naar het bankje.
  • voorzetselvoorwerp: naar het bankje

  • Ik zoek naar mijn bril.
  • voorzetselvoorwerp: naar mijn bril

  • Ik zoek naar de zin van het leven.
  • voorzetselvoorwerp: naar de zin van het leven

In de zin met de bijwoordelijke bepaling wordt er geen vast voorzetsel gebruikt en kan het voorzetsel dus veranderen als de rest verandert. Bekijk de onderstaande voorbeelden.


  • Ik zit op het bankje.
  • bijwoordelijke bepaling: op het bankje

  • Ik zit in het park.
  • bijwoordelijke bepaling: in het park

  • Ik zit onder de tafel.
  • bijwoordelijke bepaling: onder de tafel

  • Ik zit naast de stoel.
  • bijwoordelijke bepaling: naast de stoel


Ga naar de oefeningen over het voorzetselvoorwerp.
Oefen eerst het lijdend voorwerp of maak eerst de opdrachten van de bijwoordelijke bepaling.


Voor € 15,- per jaar kun je een jaar lang alle oefeningen maken. Bestel nu!

Volgende oefening

  • oefening naam