Werkwoordelijk gezegde
Uitleg
Deze uitleg gaat over het werkwoordelijk gezegde. Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin. De afkorting van het werkwoordelijk gezegde is wwg en de Latijnse naam voor gezegde is predicaat.
Regel
Bij het werkwoordelijk gezegde zijn er twee belangrijke regels.
Het werkwoordelijk gezegde:
- alle werkwoorden in de zin
- de persoonsvorm plus de andere werkwoorden
Voorbeelden
- Ik loop.
- werkwoordelijk gezegde: loop
- Ik heb gelopen.
- werkwoordelijk gezegde: heb gelopen
- Ik ben komen lopen.
- werkwoordelijk gezegde: ben komen lopen
- Ik had willen komen lopen.
- werkwoordelijk gezegde: had willen komen lopen
- Ik liep.
- werkwoordelijk gezegde: liep
Let op: het woordje te voor een heel werkwoord hoort ook bij het werkwoordelijk gezegde!
- Ik heb veel te doen.
- werkwoordelijk gezegde: heb te doen
Je kunt oefenen met het vinden van het werkwoordelijk gezegde.
Je kunt ook eerst oefenen met het vinden van de persoonsvorm of je kunt oefenen met het verdelen van zinnen in zinsdelen.
Lees hier de uitleg van het naamwoordelijk gezegde en de uitleg van het koppelwerkwoord.