Het bijvoeglijk naamwoord: bnw
Uitleg
Een bijvoeglijk naamwoord (bnw) zegt iets van een zelfstandig naamwoord. In deze uitleg leer je hoe je een bijvoeglijk naamwoord moet schrijven. Je moet eerst weten hoe je een bijvoeglijk naamwoord kunt herkennen.
Een bijvoeglijk naamwoord eindigt bijna altijd op een -e.
- de mooie koe
- het dikke varken
- de leuke jongen
- het mooie meisje
Uitzonderingen:
Lidwoorden
Een bijvoeglijk naamwoord krijgt geen -e als het zelfstandig naamwoord een het-woord is en er 'een' voor staat. Kijk goed naar de onderstaande voorbeelden.
- het lieve meisje - een lief meisje
- het grote raam - een groot raam
- het kleine glas - een klein glas
- de leuke jongen - een leuke jongen
- de grote man - een grote man
- de mooie tuin - een mooie tuin
Stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden
Als een bijvoeglijk naamwoord een stof aangeeft (dus waar iets van gemaakt is) dan komt er -en achter.
Voorbeelden:
- de houten lepel
- het gouden horloge
- de leren broek
- een wollen trui
- een rieten dak
Heel moderne stoffen krijgen helemaal geen uitgang.
- een plastic bakje
- een polyester boot