jufmelis.nl

Nederlands is niet moeilijk, gewoon even oefenen

inloggen

Het bezittelijk voornaamwoord: bez. vnw 

Uitleg

Een bezittelijk voornaamwoord hoort bij taalkundig ontleden (woordsoortbenoeming). De Latijnse naam is possessief pronomen en een afkorting die vaak wordt gebruikt is bez. vnw.


Een bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan.

  • Dat is mijn tas.
  • Ik zie jouw fiets.



Alle woorden die bezittelijk voornaamwoord kunnen zijn, staan in het schema:


Enkelvoud
Eerste persoon mijn de (het) mijne
Tweede persoon jouw (je) de (het) jouwe
uw uw
Derde persoon zijn de (het) zijne
haar de (het) hare
     
Meervoud
Eerste persoon onze de (het) onze
ons
Tweede persoon jullie
uw de (het) uwe
Derde persoon hun de (het) hunne


Voorbeelden

  • mijn kamer
  • jouw huis
  • Geef de mijne eens terug!
  • onze moeder
  • Dat is de jouwe!


Oefen met het herkennen van het bezittelijk voornaamwoord. Je kunt ook oefeningen maken om het verschil tussen het persoonlijk voornaamwoord en het bezittelijk voornaamwoord te leren herkennen.


Spelling van het bezittelijk voornaamwoord

Let op de spelling van het persoonlijk voornaamwoord en het bezittelijk voornaamwoord. 


  • Dat is toch jouw schrift?
    • jouw is een bezittelijk voornaamwoord en dus met een 'w' aan het eind
  • Dat schrift is toch van jou?
    • jou is een persoonlijk voornaamwoord en dus zonder 'w' aan het eind


  • Dat is mijn pen.
    • mijn is een bezittelijk voornaamwoord en dus met een 'n' aan het eind
  • Die pen is toch van mij?
    • mij is een persoonlijk voornaamwoord en dus zonder 'n' aan het eind


  • Dat is uw potlood.
    • uw is een bezittelijk voornaamwoord en dus met een 'w' aan het eind
  • Dat potlood is toch van u?
    • u is een persoonlijk voornaamwoord en dus zonder 'w' aan het eind


Je kunt de spelling van het bezittelijk en het persoonlijk voornaamwoord hier oefenen. 



Voor € 15,- per jaar kun je een jaar lang alle oefeningen maken. Bestel nu!

Volgende oefening

  • oefening naam