onvoltooid deelwoord
ofwel tegenwoordig deelwoord
Uitleg
Het onvoltooid deelwoord wordt ook wel het tegenwoordig deelwoord genoemd (participium praesentis). Het onvoltooid deelwoord ziet er zo uit:
het hele werkwoord +d of
het hele werkwoord +de (minder bekend).
Je gebruikt het onvoltooid deelwoord om aan te geven dat je iets aan het doen bent, terwijl je ook iets anders aan het doen bent.
Voorbeelden:
- Huilend rende ze de klas uit.
- Lachend rende ze de klas uit.
- Niezend rende ze de klas uit.
In bovenstaande zinnen is de persoonsvorm steeds 'rende'. In al die zinnen gebeurt er nog iets tijdens dat rennen, namelijk huilen, lachen of niezen. De onvoltooid deelwoorden zijn dan ook: huilend, lachend en niezend.
Een voorbeeld van een onvoltooid deelwoord waarbij -de achter het hele werkwoord is geplakt, staat hieronder. Meestal wordt de uitgang -de gebruikt bij vaste uitdrukkingen.
Voorbeeld:
- Al doende leert men. (In deze zin leer je dus terwijl je iets doet.)
Hier kun je onvoltooid deelwoorden oefenen.