jufmelis.nl

Nederlands is niet moeilijk, gewoon even oefenen

inloggen

woordsoorten: betrekkelijk voornaamwoord 2

Hoe herken je een betrekkelijk voornaamwoord? In deze oefening ga je dat leren. 

Lees eerst de uitleg over betrekkelijke voornaamwoorden. Je kunt ook direct oefenen met het verschil tussen aanwijzend voornaamwoord en betrekkelijk voornaamwoord

Klik op alle betrekkelijke voornaamwoorden woorden om ze te selecteren. 

1: De kat die daar loopt, heeft een gebroken poot.

2: De beer die in het hok zit, is erg ongelukkig.

3: Het vrolijke konijn dat daar rent, is van mijn buurmeisje.

4: De stekelige egel die daar op de weg wandelt, loopt het risico dat ze over hem heen rijden.

5: Het witte paard dat op het dak loopt, is het paard van Sinterklaas.

6: De gevaarlijke krokodil die in jouw bil beet, had gewoon erg honger.

7: De aap die daar boven in de boom zit, heeft een klein banaantje gekregen van de oppasser.

8: De grote, gevaarlijke en stinkende hond die los mocht lopen, heeft op het gras gepoept.

9: De tijger die verliefd was op de leeuw, werd uitgelachen door de andere tijgers.

10: De wilde zalm die net nog op mijn bord lag, was echt heel erg lekker.


Voor € 15,- per jaar kun je een jaar lang alle oefeningen maken. Bestel nu!
Inloggen
Score
0%

Volgende oefening

  • oefening naam